Door Maarten Westerduin - Wielrenner Marien Bogerd beleefde in 2019 een topjaar, maar kreeg in 2020 amper een kans om die successen en vervolg te geven. Ook met een nieuw seizoen voor de deur is het de vraag wat er van de wielerkalender overblijft.
Eén voordeel: het rood-wit-blauwe tricot voor de Nederlands kampioen tijdrijden hangt een jaartje langer om de schouders van Marien Bogerd. Wie na een mager 2020 de balans opmaakt van het wielerseizoen op amateurniveau, komt niet verder dan dat kleine lichtpuntje. Bogerd won het shirt nadat hij op het NK Tijdrijden in Ede de allersnelste was in de categorie Elite-zonder-contract (vrij vertaald: topamateurs). “Het is mooi dat ik ‘m nog een jaar mag dragen, maar ik had ‘m natuurlijk veel liever verdedigd”, zegt de 26-jarige over de telefoon.Aan de doelstelling van Bogerd is in ieder geval niets veranderd: Een klassieker winnen. “Ik mis nog die geslepenheid die andere renners wel hebben.”
Aan wedstrijden hield het namelijk niet over voor de man die iets meer dan een jaar geleden van Kootwijk naar Ermelo verhuisde. Dat is frustrerend, niet alleen voor Bogerd zelf. Ook zijn ploeg Allinq-Krush-IJsselstreek kende namelijk goede resultaten in 2019. De Harderwijkers misten het clubkampioenschap op een haar na, maar er gloorde hoop op revanche. De winnaar van de competitie, het Twentse VolkerWessels, kreeg een licentie voor continentale koersen en zou daardoor geen bedreiging meer vormen op het hoogste amateurniveau.
Dromen van een klassiekerzege
IJsselstreek zag zijn kans dus schoon om in 2020 het kampioenschap te grijpen, maar uiteindelijk zouden alle voornemens uiteindelijk voor een jaar in de koelkast belanden. Ook de droom van Bogerd, eindelijk eens een klassieker winnen, laat nog even op zich wachten.
Hij was er in 2019 al een aantal keer dichtbij, maar de laatste en misschien wel grootste kans had hij afgelopen zomer in Groningen. Tijdens een van de spaarzame wedstrijden van 2020. “Ik zat de hele dag in een kopgroep met zes man. Ik voelde me goed, misschien was ik die dag wel de beste, maar die andere vijf jongens waren slimmer.”
Hoe dat komt? “Ten eerste rijden ze normaal gesproken op een hoger niveau, maar daarnaast hebben ze ook meer wedstrijdervaring.” Het is de wedstrijdkennis die Bogerd naar eigen zeggen nog moet opdoen. Hoewel hij met 26e niet meer de jongste is, komt hij in het wielrennen pas net kijken.
Negen jaar op de fiets
Het is nog maar vier jaar geleden dat Bogerd, die nog maar negen jaar op een racefiets zit, zijn eerste wedstrijden reedt. De eerste koers staat nog in het geheugen gegrift: “Ik haalde toen met grote moeite de finish”, blikt hij nu terug. “Ja, ik kwam er wel achter dat wedstrijden fietsen iets anders is dan een trainingsrondje.”
Bogerd liet het er niet bij zitten. Hij besloot zijn trainingen serieuzer aan te pakken. Onder begeleiding van de Amersfoortse sportarts Guido Vroemen werd zijn hele manier van trainen omgegooid. “Tegenwoordig zijn mijn trainingen meer op kwaliteit gericht en minder op kwantiteit. Waar ik vroeger alleen keek naar het aantal kilometers dat ik reed, train ik nu meer op tempo, meer in intervallen. Dat heeft echt zijn vruchten afgeworpen.”
Schade en schande
Terug naar de kopgroep van de laatste editie van de ronde van Groningen. Bogerd zal vlak voor de finish niet genoeg energie over hebben om andere renners bij te houden. Te veel met krachten gesmeten, is de conclusie. Terwijl dat volgens hem eigenlijk niet nodig was geweest: “Met de status die ik vergeleken met andere renners heb, had ik lekker in het wiel moeten blijven zitten. Toch liet ik andere renners van mijn vorm profiteren. Naarmate, de finish dichterbij kwam, schoten ze een voor een voorbij.”
Voor Bogerd betekent het in ieder geval dat hij door schade en schande wijzer wordt. Hij is vastberaden om met een volgende kans anders om te gaan. Toch blijft het de vraag wanneer die volgende kans zich voordoet. Er is namelijk niemand die in tijden van lockdown kan zeggen wanneer het seizoen weer begint.
Wielerkalender
Zeker is dat met de verplaatsing van de Zuiderzeeronde de start van het nieuwe seizoen later zal beginnen dan gehoopt. De organisatie achter de wielerwedstrijd, die oorspronkelijk op 13 maart zou plaatsvinden, maakte vorige week bekend dat het op zoek is naar een nieuwe datum. Ook over andere ritten die normaal gesproken in het voorjaar plaatsvinden heerst onzekerheid.
Bogerd kan niet anders dan rustig afwachten wat besloten wordt, maar de onzekerheid maakt zijn situatie verre van ideaal. “Je hele trainingsschema is normaal gesproken erop gericht om tijdens wedstrijddagen te kunnen pieken. Nu heb ik geen idee wanneer we weer kunnen fietsen. Zoals het er nu naar uitziet kan het op z’n vroegst weer in april, maar het zou net zo goed kunnen dat we pas in juni kunnen beginnen.”
Marien Bogerd - fotograaf Jaap Hop