De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, Vivianne Heijnen, bracht vanmorgen (maandag 6 maart) een werkbezoek aan Putten, Ermelo en Harderwijk. Het programma stond in het teken van verkeersveiligheid, bereikbaarheid en openbaar vervoer.
Ook gedeputeerde Peter Drenth en statenlid Daisy Vliegenthart waren erbij aanwezig, net als de Puttense wethouders Van den Hoorn en Van Nieuwenhuizen. Tevens schoof wethouder Hamstra (CDA Ermelo) in Ermelo aan. Ook Gertine Elsenaar (raadslid CDA Putten), Nero de Boer (raadslid CDA Ermelo) en Wilco Mazier (wethouder CDA Harderwijk) waren bij het bezoek aanwezig.Staatssecretaris Heijnen werd door een delegatie van het CDA ontvangen op het station in Putten
“Aan de hand van concrete locaties en voorbeelden willen we de uitdagingen en kansen van dit mooie stukje Veluwe schetsen”, legt statenlid Vliegenthart uit. “CDA Gelderland heeft zich de afgelopen jaren vol ingezet op verkeersveiligheid en dat zullen we ook de komende jaren blijven doen. Deze regio is prachtig met aan de oostkant de Veluwe en aan de westkant de randmeren. Met de grote uitdagingen op het gebied van wonen, stikstof, water en energietransitie liggen hier grote vraagstukken. Tegelijkertijd is de vraag hoe we de leefbaarheid op orde brengen en houden. Een goede bereikbaarheid en veilige wegen zijn hiervoor aandachtspunten.”
De eerste stop die de delegatie van het CDA aandeed was de kruising van de Oude Rijksweg met de Hoofdlaan in Putten. Daar werd het gezelschap opgewacht door Nico van Harten van de fietsersbond. Van Harten schetste de gevaarlijke situaties die keer op keer bij deze kruising ontstaan en de noodzaak van een goede oplossing.
Daarna vertrok het gezelschap naar de spoorwegovergang bij de Hamburgerweg met de Telgterweg in Ermelo.
“Veel mensen die in de zorg werken en bij defensie zijn over het spoor gevestigd en de spoorlijn zorgt voor een scheiding van de inwoners met onze voorzieningen. Daar willen we aandacht voor vragen”, legt Hamstra uit. “We zijn nu aan het onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om het spoor te ondertunnelen. Daar lopen nu gesprekken over met ProRail en we bekijken de finaciele haalbaarheid.” Gedeputeerde Drenth legt uit: “Waar we hier tegenaanlopen is dat we het met onze 27000 inwoners nooit redden tegen enorme spoorwegovergangen in de randstad. Wij staan nooit in de top tien waar geld voor wordt vrijgemaakt. Dit zien we structureel gebeuren. Als je kijkt wat het betekent voor een gemeenschap als deze, die het met allerlei beleidsgelden best wel voor de kiezen krijgt, dan zou je daar dus met elkaar op willen sturen.”
Staatssecretaris Heijnen reageert: “Dat denk ik ook. Ondertussen groeien jullie hier best wel flink. Dat probeer ik in Den Haag ook wel uit te leggen, maar dat is een uitdaging. Ik blijf zeggen dat ik graag wil investeren in de regio’s. In Den Haag dacht men dat dit bij mij wel zou overwaaien, maar ik hou vol. Ik blijf uitleggen dat als je de economie van Nederland groter wil laten worden dan moet je investeren in grensgebieden en ook in de regio’s. Want daarmee gaan we uiteindelijk echt wel een slag maken. We hebben dadelijk de regio’s ook heel hard nodig. Hier heb je natuurlijk relatief minder inwoners dan in de randstad. Maar er liggen hier wel enorme kansen met mooie ontwikkelingen op het gebied van kennisontwikkeling en innovatie. Dus we moeten zorgen dat ze in Den Haag snappen dat er hier heel veel kansen liggen voor heel Nederland.”
Heijnen vervolgt: “Maak als regio ambitieuze en duidelijke keuzes en leg die neer in Den Haag. Minister Hugo de Jonge wil woningen bouwen en daar moeten wij gaan investeren in nieuwe infrastructuur rondom nieuwe woningbouwprojecten. We moeten heel ambitieus zijn met zijn allen. Probeer daar rekening mee te houden in de plannen die jullie indienen. En ook als je hier een ingreep wil doen dan helpt het om uit te leggen wat het doet met de gemeenschap. Je hebt een wond midden in een woongemeenschap en een infrastructurele ingreep kan heel veel doen voor zo’n dorp. Het zal zorgen voor een andere beleefbaarheid van het gebied dat aan de andere kant van het spoor ligt. Het is belangrijk om dat te blijven benadrukken. Ik zit natuurlijk ook met ProRail aan tafel. Dus zorg ervoor dat ik alle informatie heb, zodat ik er ook op kan hameren. Natuurlijk moeten er keuzes gemaakt worden. Daarom is het ook zo belangrijk dat lokale en provinciale afdelingen en besturen zeggen dat ze hierop willen inzetten en ervoor willen gaan.”
