Een goede speelplek is enorm belangrijk voor kinderen. Daarom steekt de gemeente Ermelo veel energie in onderhoud en beheer van de tachtig speellocaties. Bij elkaar opgeteld staan daar 422 speeltoestellen die regelmatig worden gecontroleerd op veiligheid. Maar da’s lang niet het enige, vertellen Sjoerd van ’t Hof en Jan Walma van Team Wijkservice.
Daar staat niet iedereen bij stil. Denk alleen al aan de strenge veiligheidseisen. Toestellen mogen geen scherpe randen hebben en bij een gebrek is de gemeente verantwoordelijk. Sjoerd heeft er bijna een volledige baan aan. ‘Ik ben ook marktmeester en verkeersregelaar, maar de meeste uren maak ik als beheerder van de speellocaties.’Speelvoorzieningen vragen de nodige tijd en aandacht van de gemeente
Sjoerd werkt ruim dertien jaar bij de gemeente en is opgeleid in het groen. Hij woont in Ermelo en kent het dorp als zijn broekzak. Dat is bijzonder handig in zijn functie. ‘Meldingen over vernielingen of een defect zijn vaak anoniem of onvolledig. Maar ik weet precies wat er te vinden is op alle locaties, dus ik kan vrij snel mijn weg vinden.’
Inspectiebeurt
Voor het beheer en onderhoud zijn alle speelplekken digitaal in kaart gebracht. De locaties krijgen minimaal een keer per maand een inspectiebeurt. ‘Ik controleer alle speelvoorzieningen en kijk of er niets los zit of afgebroken is. Soms vul ik schors aan en schep ik de kuilen onder de schommels dicht. In coronatijd zijn de speelplekken extra vaak gebruikt, dus dat merken we ook in het onderhoud.
Zijn collega Jan is uitvoerder van Team Wijkservice. Jan komt ‘van Urk’ en heeft een agrarische achtergrond. Via een hoveniersbedrijf belandde hij indertijd bij een gemeente. ‘Vaak zeg ik: Ik ben al meer dan 25 jaar ongewild ambtenaar. Ik heb er nooit echt voor gekozen, maar ben er zo ingerold en het is mooi werk.’ Zijn team krijgt dagelijks de meest uiteenlopende verzoeken binnen en moet bijzonder flexibel zijn. Lachend: ‘Wij zijn de Afdeling Oplossingen.’
Accuboormachine
Helaas trekt een speelplek ook vandalen aan. Tijdens het interview komen veel voorbeelden voorbij van vernielingen. Sjoerd: ‘Het is niet alleen het werk van jongeren. Ik heb wel meegemaakt dat van een toestel alle bouten weg waren; een bijzondere maat die blijkbaar gewild was.’ Hij slaakt een zucht: ‘Tegenwoordig zitten er handige lampjes op de accuboormachine. Dus dat is ’s nachts een makkelijk klusje.’
Die vernielingen zijn bijzonder frustrerend. Niet alleen voor Sjoerd en Jan, maar ook voor kinderen die willen spelen. Jan: ‘We moeten een toestel dan buiten gebruik stellen en onderdelen bestellen. De hangbrug in het indianenbos is een berucht voorbeeld. Die is al eens twee maanden dicht geweest. Voor een reparatie ben je al gauw 2000 euro kwijt, want het gaat om voorzieningen die aan alle eisen moeten voldoen.’
Prullenbak
Ook de aanschafprijs ligt hoog. Een wipkip kost al 1500 euro. ‘Maar de meeste kosten heb je aan onderhoud en beheer. Een prullenbak is zo geplaatst, maar die moet je wel wekelijks legen. Het lijkt allemaal makkelijk, maar het heeft consequenties. Beheer kost geld, maar ook tijd en energie.’
Soms vragen buurtbewoners om extra plantenbakken bij een speelplek of een haag die kinderen ervan weerhoudt de straat op te rennen. De gemeente is altijd bereid om te kijken naar mogelijkheden, vertelt Jan. ‘Daarbij vinden we het wel van belang dat buurtbewoners zelf een aandeel leveren. Dus als ouders willen meehelpen in het onderhoud zijn daar afspraken over te maken. Helaas kennen we ook voorbeelden waarbij dat na een paar keer al verslofte, dus we gaan niet in alles mee.’
Buurtsportcoaches
Uiteindelijk staat het speelplezier voorop en het doet Sjoerd ook bijzonder goed als hij ziet dat er volop gebruik wordt gemaakt van speellocaties. Daaronder vallen ook sportveldjes in de wijk. ‘Dankzij de buurtsportcoaches merk ik dat er veel meer gebruik van wordt gemaakt. Het is ook prettig om te merken dat zij daarna alles weer keurig schoon achterlaten. Dat werkt super.’
Per buurt wordt bekeken welke toestellen passend zijn, rekening houdend met de samenstelling van bewoners, vertelt Sjoerd. De gouden combinatie bestaat uit een glijbaan, schommel en wipwap. ‘In het bos zetten we niet snel roestvrijstalen toestellen neer, daar kies je eerder voor hout – gezien de uitstraling. Maar we kijken ook naar hergebruik. In een wijk die vergrijst kunnen we soms iets weghalen en opknappen om vervolgens in een jongere buurt terug te plaatsen.’ Overigens is ook in wijken met ouderen behoefte aan speelplekken, merkt Sjoerd. ‘Opa’s en oma’s willen graag met hun kleinkinderen kunnen spelen. Dat hoor ik heel vaak, dus daar houden we ook rekening mee.
Speelbomen
Het zogeheten ‘natuurlijk spelen’ is een trend. Zo zijn er bijvoorbeeld speelbomen beschikbaar, die helemaal zijn geprepareerd als toestel. Jan: ‘Ja, je zou het niet zeggen, maar ook dan heb je te maken met hoge kosten. Want het wordt gewoon gerekend als speeltoestel waar dezelfde eisen voor gelden. Het is dus niet zo dat we even een boom kunnen kappen. Dan was het snel bekeken.’
Als ondergrond gebruikt de gemeente vaak Franse zeedenschors of kunststof chips. Maar ook wel speelzand of gietrubber; maar net wat handig is bij een toestel. Ouders vragen nog weleens of de gemeente schors wil aanvullen of een gat bij de schommel wil vullen. Jan: ‘Uiteraard kunnen we daar naar kijken, maar ouders mogen ook zelf even de hark er doorheen halen. We krijgen ook wel meldingen van glas in een speeltuin. Dat halen we dan weg, want het is onveilig. Maar het kan geen kwaad dat omwonenden zelf ook even stoffer en blik pakken. Dat lijkt mij een kleine moeite. Samen houden we de speelplekken mooi en veilig.’
(Bron en foto Gemeente Ermelo)