Het Houtdorperveld bij Speuld telt nieuwe bewoners. Het zijn zeven sierlijke landgeiten die vier hectare heide gaan beheren. De geiten knabbelen en schuren aan jonge boompjes die daardoor afsterven.
"Het beheer van de heide is een intensieve klus. Laten we het op zijn beloop, dan is het over vijftig jaar een bos", vertelt gemeentelijk beheerder Henk Jan Zwart. Gif wil en mag de gemeente ook niet gebruiken. Het alternatief is boompjes met de hand rooien, zoals tijdens heide-opschoningsdagen. Maar bij dat werk zaaien de bomen zich ook weer uit. Het helpt dus maar een beetje. Een ander middel is hulp zoeken bij het vee, eigenlijk zoals vroeger. Schapen en koeien pakken het gras, geiten knabbelen aan de boompjes. “Ze halen de bast van de stam, waardoor de bomen afsterven", vertelt Zwart.Op die manier blijft de heide open. De proef is een samenwerking tussen geitenhouder Herman uit de Bosch en de gemeente Ermelo
De geiten zijn oersterk
Het was geitenhouder Uit de Bosch die met het idee kwam om deze langharige bokken ook in Speuld in te zetten als heidebeheerders. Hij maakt zich al jaren sterk voor de landgeit. Dat is een oud Nederlands ras dat halverwege de vorige eeuw bijna was uitgestorven, maar waarvan er nu - volgens het stamboek - zo’n 2500 van rondlopen. "De bokken geven geen melk en zijn dus iets minder populair, maar prima inzetbaar voor beheer. Dat blijkt ook uit ervaringen op andere plekken in Nederland", vertelt Uit de Bosch. Er zijn ook schaapskuddes waar een paar geiten meelopen. De dieren hebben weinig nodig en zijn oersterk.
Zeven bokken aan het werk
In overleg met de gemeente heeft Uit de Bosch zeven bokken beschikbaar gesteld. Deze komen ook uit Speuld en zijn een jaar oud. De gemeente heeft gezorgd voor een houten omheining met stroomdraad. De bokken krijgen water uit een oude melktank en als beschutting is een kar neergezet, waar ze soms hooi krijgen. Op de kar hangen bordjes die duidelijk maken dat je de beesten niet mag aaien of bijvoeren. "Want dan wordt het een soort attractie", zegt Uit de Bosch. "Dan blijven de bokken ook rondom het hek hangen, in afwachting van toeschouwers die eten komen brengen. Terwijl ze juist verderop aan het werk moeten". Laat de dieren lekker hun gang gaan, is de boodschap.
Bokken zoeken droog plekje op
Eigenlijk valt er niets af te dingen op hun werkijver; de bokken lopen zo’n negen kilometer per dag en laten geen takje onberoerd. “Het enige nadeel is: ze houden niet van regen. Dan zoeken ze liever een droog plekje op”, vertelt Uit de Bosch. Daarentegen kunnen ze prima tegen de kou. De vacht is dik genoeg, dus in de winter gaat het werk gewoon door. Je zou zeggen: zet dergelijke bokken overal neer in Ermelo. Maar dat is lastig, weet de geitenhouder: “Eigenlijk vormt de mens het grootste probleem. De geiten moet je echt met rust laten en in de praktijk lukt dat niet. En op andere plekken zit je ook met honden.”
Na een jaar evalueren we de proef
De bokken blijven graag bij elkaar, in een groep. De leider van het stel heet Ulrich. Omdat ze vaak jeuk hebben tussen hun enorme hoorns schuren ze met hun kop langs de stam van bomen. Ook dat zorgt ervoor dat de jonge bomen het loodje leggen. De bokken blijven minimaal een jaar staan. Dan volgt een evaluatie. Misschien is het gebied te groot voor zeven, dat zal blijken. Te klein kan ook nog. “Als alles straks kaal is, weten we dat we moeten uitbreiden”, lacht boswachter Zwart. Hij is optimistisch: “Ze staan er nog maar net, maar je ziet nu al veel aangevreten boompjes.”
(Foto en tekst gemeente Ermelo)