Joost Verstoep uit Ermelo viert honderdste verjaardag: ‘een echte doorzetter’

Door Marco Jansen - In de huiskamer van woongroep Linaria in het Henriëtte van Heemstra Huis van Bartiméus is het donderdagmorgen feest. Er hangen vlaggetjes met het getal honderd ter gelegenheid van de verjaardag van mevrouw Joost Verstoep. 

Zij heeft op 26 januari 2023 de respectabele leeftijd van honderd jaar bereikt. Ter gelegenheid van deze bijzondere mijlpaal wordt zij verrast door een felicitatiebezoek van locoburgemeester Hugo Weidema

Joost Verstoep 100 jaar Ermelo 
(vlnr Locoburgemeester Hugo Weidema, jarige Joost Verstoep en dochter Eva Verstoep - foto Marco Jansen)

Hij heeft namens de gemeente Ermelo mooie bloemen meegebracht en ook de Commissaris van de Koning John Berends heeft bloemen laten bezorgen. Jan Naaktgeboren, lid van de raad van bestuur van Bartiméus, is aanwezig met geurende rozen. Joost Verstoep is ‘zeer vereerd’ met de komst van de logoburgemeester, die het op zijn beurt een bijzondere aangelegenheid vindt. „Het is een bijzondere dag en mooi dat het zo gevierd kan worden.”

Dochter Eva Verstoep is uit Amstelveen overgekomen. Zij vertelt dat haar moeder twee jaar geleden in Ermelo is komen wonen vanwege haar achteruitgaande ogen. „Bij Bartiméus in een woongroep voor slechtziende bewoners, was plaats voor haar. Daarvoor woonde ze nog zelfstandig, maar dat ging niet meer. Haar knieën zijn niet meer geschikt voor de marathon, maar ze is een echte doorzetter en met hulp van de fysiotherapeut probeert ze nog te lopen.”

„Maar ik kan nog wel praten en het bevalt hier uitstekend’’, reageert de jarige gevat. „In het begin was het wel moeilijk en wennen. Als het goed weer is, ga ik met met de rolstoel onder begeleiding naar buiten, naar de heide en het bos.”

Zij is in haar leven ‘ontelbaar vaak’ verhuisd, door het beroep van haar man, hij was predikant. Hierdoor heeft ze veel mensen leren kennen en veel verjaardagskaarten gekregen. De kennissenkring is door haar hoge leeftijd wel gekrompen.
 
Op 26 januari 1923 werd zij geboren in Amsterdam als Johanna Brugman. Ze had een oudere zus, Miep, en het gezin verhuisde na de lagere school naar Bussum. Tijdens en na de Tweede Wereldoorlog werkte ze als kraamverzorgster en in haar vrije tijd zong ze veel, ook bij een toneelvereniging. Via de lokale toneelvereniging leerde zij haar man Wim kennen, die onderwijzer was.

Zij trouwden in 1950. Wim, die in Utrecht theologie had gestudeerd, werd predikant. Joost stopte met het werk als kraamverzorgster. Het liefst had Joost zelf ook door willen studeren en dan specifiek medicijnen. Daar was in haar jonge jaren echter geen geld voor. Ze kregen twee kinderen, Vera en Eva, en woonden als gezin in Jorwerd en Witmarsum in Friesland, in Assen, Haarlem, Oostvoorne en Blaricum. Na het emiraat (pensioen) van Wim verhuisden ze naar Dinxperlo en later Olst. Haar echtgenoot overleed in 2010, kort na hun 60-jarig huwelijksfeest.
 
Inmiddels woont Joost ruim twee jaar in het Henriëtte van Heemstra-huis in Ermelo. Het was een grote overgang: van een eigen huis met tuin naar een kleine studio één hoog. Ze geniet van de mooie omgeving en van een wandeling met de rolstoel, maar ook van een ritje op de duofiets.
 
Joost was zorgzaam voor man en kinderen en naaide regelmatig kleding. Ook was ze altijd erg gastvrij. Verjaardagen en jubilea werden uitbundig gevierd. Dat ze nu niet meer voor haar eigen bezoek kan zorgen, zit haar vaak dwars.
 
Ook was zij altijd sportief, gek op wandelen en fietsen en vooral op zwemmen. „Dat hebben ze tijdens de laatste vakantie in 2021, met hulp van een takel, nog een keer gedaan”, vertelt dochter Eva. Haar moeder is altijd een optimistisch mens geweest, met een goed gevoel voor humor. Ook kan ze kritisch uit de hoek komen. Ze houdt, ondanks haar toenemende beperking, nog steeds van het leven.
 
Joost heeft twee getrouwde dochters, drie kleinkinderen en zes achterkleinkinderen. Morgen krijgt zij ook familie op visite.