Door Harry Schipper - “Het gaat niet slecht met het sociaal welzijn in Ermelo.” En: “Ermelo is best een gelukkige gemeente hoor!” Wethouder Hans de Haan is eigenlijk best tevreden met de uitkomsten van de jongste trendrapportage over het sociaal domein in Ermelo.
Ook wordt gekeken hoe het gemeentelijke beleid uitpakt en wat de opgaven voor de gemeente zijn voor de toekomst om daarin (bij) te sturen.In die trendrapportage wordt door cijfers en kleine (ervaring)verhaaltjes de Ermelose gemeenteraad jaarlijks geïnformeerd over hoe het gaat met de inwoners en wat zich voor belangrijke ontwikkelingen afspelen.
De wethouder, die veel sociale zaken in zijn portefeuille heeft, vindt wel ‘dat er nog veel kan worden bereikt door meer efficiency en het beter inrichten van de keten van hulpverlening’. Over dat laatste zegt hij: “Het blijkt dat ketenonderdelen nog steeds niet met elkaar overleggen.” Met dat laatste doelt hij met name op de bovengemiddelde vroegtijdige uitval van scholieren in het MBO. “Die is bij ons groter dan elders”. Als belangrijkste oorzaken daarvoor noemt hij ‘motivatie’ en ‘het switchen van de ene naar de andere opleiding, omdat leerlingen nog niet weten wat ze willen’.
Op zich zijn dat oorzaken die ook in veel andere gemeente reden zijn voor schooluitval. Dat juist Ermelo daar bovengemiddeld mee te maken heeft, komt volgens De Haan door de ‘atypische populatie’ van zijn gemeente. De Haan maakt zich ook zorgen over de ontwikkelingen in de jeugdzorg. “De transitie naar de gemeenten was eigenlijk één stap te ver. We hebben de gevolgen van die hele transitie in zijn algemeenheid, dus niet alleen in Ermelo, zwaar onderschat. Vooral financieel, maar ook in de uitwerking”.
Toch is hij overwegend positief over de cijfertjes. “Inwoners zijn tevreden over de leefbaarheid in hun gemeente. En wat opvalt in Ermelo is de zeer hoge vrijwilligerspool”. Ermelo kent vergeleken met landelijke cijfers inderdaad een grote sociale samenhang en inzet van burenhulp, zo meldt de rapportage. Tegelijk heeft Ermelo te maken met een sterkere vergrijzing dan landelijk, wat naar de toekomst toe betekent dat er een toenemende zorgvraag van thuiswonende ouderen zal zijn.
De trendrapportage, die de raad ter kennisname krijgt aangeboden, richt zich vooral op zaken en ontwikkelingen in het sociaal domein. Dus over de ondersteuning aan inwoners die dat nodig hebben om te kunnen functioneren in de samenleving, voor wie ‘meedoen’ aan die samenleving niet (altijd) vanzelfsprekend is, zoals mensen met beperkingen, ouders en kinderen die ondersteuning krijgen bij het opvoeden en opgroeien en mensen in een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt.