Door Harry Schipper – In de gemeente Ermelo zijn de laatste jaren veel meer dure en middeldure eengezinkoopwoningen gebouwd dan iedereen wenselijk vindt. Het aantal sociale huurwoningen, ‘goedkope’ koopwoningen en appartementen én woningen in het zogeheten middenhuursegment is daardoor achtergebleven. En laat nou juist aan dat soort huizen en appartementen zo’n behoefte zijn.
De vorig jaar nieuw geïnstalleerde gemeenteraad wil verandering aanbrengen in die scheefgroei. Om meer in de behoefte te voorzien heeft de gemeente al eerder de verordening sociale woningbouw vastgesteld. Daar komt nu de beleidsnotitie ‘afweging woningbouwplannen’ bij. Daarin staat voorgesteld hoe de gemeente meer grip kan krijgen op de ontwikkeling van de woningbouw in Ermelo. Qua aantallen, maar ook qua woningtype en de termijn waarbinnen de bouw af moet zijn.Hoogste score voor beste bouwplannen
Kort door de bocht: de gemeente wil met een soort puntensysteem woningbouwplannen toetsen. Wie bouwt waar veel behoefte aan is (en die daarmee voldoen aan het lokale en provinciale beleid) scoort de meeste punten en krijgt daarmee eerder de kans om z’n plannen te mogen realiseren. De initiatiefnemers met een woningbouwplan kunnen extra punten scoren als ze ook nog eens ‘groen en natuur-inclusief’ willen bouwen: dus met voldoende aandacht voor de bloemetjes en bijtjes, ons klimaat en aangrenzende natuurlijke leefomgeving.
Tijdens de politieke avond bleken de Ermelose raadsfracties positief over de manier waarop de gemeente wil gaan wegen. Wel zagen meerdere fracties ook het gevaar dat er uiteindelijk minder plannen gerealiseerd kunnen worden, dan er worden ingediend. In het huidige voorstel wordt namelijk uitgegaan van termijnen met strakke deadlines, waarbinnen de plannen moeten zijn ingediend om mee te dingen naar een geschikte locatie en optimale medewerking van de gemeente.
De gemeente wil die afweging vooralsnog eenmaal per jaar maken. Meer ambtelijke capaciteit om de plannen te beoordelen is er nu namelijk niet, zo gaf wethouder Laurens Klappe van ruimtelijke ordening en volkshuisvesting als argument. Ook is de kans groter dat er kwalitatief betere woningbouwplannen uitrollen als er meer plannen ingediend kunnen worden. Door meer dan eens per jaar te toetsen daalt ook het aantal plannen, is de redenatie. Tóch drongen de raadsleden en fractievertegenwoordigers aan op meer toetsingsmomenten, om te voorkomen dat er stagnatie in de woningbouw optreedt. Desnoods na het eerste jaar, als het toetsen geëvalueerd wordt en we er ervaring mee hebben kunnen opdoen, zo bepleitte de wethouder. Jet Weigand van de ChristenUnie ging daar niet in mee, zij kondigde aan met een motie te komen als het voorstel ongewijzigd aan de raad wordt voorgelegd.
Om te sturen op meer betaalbare huur- en koopwoningen is er ook overleg gaande tussen de gemeentelijke projectgroep tijdelijke huisvesting en samenwerkingspartners als woningcorporaties Uwoon, Omnia Wonen en Vestia. Met z’n allen zijn ze op zoek naar mogelijke locaties voor dit soort woningbouw en naar verschillende huisvestingsmogelijkheden.
Het plaatje is dat er nu In Ermelo ruim tienduizend woningen staan. Daarvan zijn 3833 huurwoningen, waarvan er 2688 in bezit zijn van de drie grote woningbouwcoöperaties Uwoon, Omnia Wonen en Vestia. 1032 huurwoningen (672 ‘grondgebonden’ woningen en 360 appartementen) zijn eigendom van particuliere verhuurders. Dus ongeveer tien procent van alle Ermelose woningen zijn van particuliere verhuurders. Van 585 particulieren om precies te zijn, want hoewel de meesten naast hun eigen woning nog één woning te huur hebben, bezitten sommigen er meer. Twaalf eigenaren bezitten zelfs een aantal tussen de 10 en 56 woningen.