De coronacrisis staat voor velen van ons voor een zeer moeilijke periode in ons leven. Er zijn mensen ernstig ziek geworden en overleden. Sommige mensen verliezen hun baan. Diplomauitreikingen, familiebijeenkomsten en andere zaken die het leven mooi maken gaan niet door.
Ook Ermelo doet mee aan deze landelijke campagne. Daarom publiceren wij de komende weken mini-portretten van Ermeloërs die vertellen wat hen heeft geraakt in deze tijd van corona.Tegelijkertijd zijn er sinds de uitbraak van corona door het hele land hartverwarmende initiatieven waarbij Nederlanders er voor elkaar zijn. Het kabinet wil gezamenlijk stil staan bij de gevolgen van de coronacrisis en is 6 oktober een campagne gestart waarin we als Nederlanders ‘aandacht voor elkaar’ hebben.
“In het begin vond ik de maatregelen niet zo heel erg. Even geen bezoek? Nou ja, vooruit. Dat moet dan maar. Maar na een tijdje werden de dagen wel héél lang. Ik kon nergens naartoe. Niet naar het buurthuis, om te sjoelen en koffie te drinken. Want dat was in maart en april allemaal dicht. Ik mocht geen boodschappen doen. Dat deed mijn dochter Astrid. Alleen zij zocht mij op. Dat hadden we afgesproken met de verzorging. Dat was veiliger. Maar ja, ze werkt vier, vijf dagen per week en mijn andere kinderen Leo, Hans en Peter zag ik alleen op afstand. Dat was dus best stil.”Deze week vertelt Elly de Koning-Vermaas over haar ervaringen in deze moeilijke en eenzame corona-periode.
“Ik woon zelfstandig, maar krijg zorg aan huis. Soms verlang ik naar het verpleegtehuis. Dan heb je iets meer contact. Zeker in deze periode. Mijn gehoor is slecht, dus ik kan gesprekken moeilijk verstaan. Nu je overal afstand moet houden, hoor ik nóg minder. Bellen gaat ook niet. Afgelopen voorjaar heb ik wel veel gewandeld, maar vooral kleine rondjes. Door dat virus mocht ik alleen mijn eigen toilet gebruiken. Dan wil je niet te ver van huis af. Zag ik op straat een bekende, dan zwaaide ik alleen even. Nee geen praatje. Dat ging niet.”
“Ik heb stomazorg aan huis en de verzorgers waren duidelijk: ik moest alle contacten vermijden. Anders konden ze niet langskomen. Te onveilig. Ja, wat doe je dan? Een kaartspelletje dat je in je eentje kunt spelen. Veel puzzelen. Toch ben ik niet graag alleen. Dan ga ik mij vervelen. Gelukkig was er aandacht vanuit de kerk. Ook kwamen buurtkinderen tekeningen brengen. Dat vond ik zo mooi.”
“Ik hoop écht niet dat we hier nog lang mee zitten. Vooral de eenzaamheid vind ik naar. Ik ga op tijd naar bed en denk veel na over vroeger. Ik heb een mooi leven gehad en zeg weleens tegen mezelf: als het zo moet, dan hoeft het voor mij allemaal niet.”
(Foto gemeente Ermelo)