Door Harry Schipper – Deze zomer al hebben de fractievoorzitters van de Ermelose gemeenteraad collectief hun vertrouwen opgezegd in de burgemeester. Tijdens de eerstvolgende politieke avond in Ermelo, op woensdagavond 28 oktober, willen ze hierover met de hele gemeenteraad praten en besluiten nemen.
De zes fractievoorzitters zeggen over het opgezegde vertrouwen in Baars dat hun zorgen over de situatie binnen B en W - en met name het functioneren van de burgemeester - hiertoe aanleiding gaf: “Er was sprake van een onwerkbare relatie tussen de burgemeester en de wethouders”, aldus Sarath Hamstra (CDA).Op die avond, waarvoor de hele agenda wordt leeg geveegd, moet duidelijk worden of burgemeester André Baars ontslagen moet worden of dat hij voldoende vertrouwen geniet van de gemeenteraad en er een verzoening plaatsvindt.
Hamstra verwoordde daarmee het standpunt van alle fractievoorzitters tijdens een door hun georganiseerde persconferentie over de afronding van het externe onderzoek naar de conflicten en onvrede binnen het bestuur van Ermelo. Behalve Hamstra waren daarbij ook Anneke Knoppert (Progressief Ermelo), Folkje Spoelstra (ChristenUnie), Bart van der Knaap (BurgerBelangen Ermelo), Herma van der Weide (VVD) en Frans Snoek (SGP).
Het zestal gaf begin september, na diverse overleggen met de Gelderse Commissaris van de Koning John Berends opdracht tot het onderzoek, dat werd uitgevoerd door drie verkenners van de NSOB, de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. Naast prof. Dr. Paul Frissen en Martin Schulz werkte ook Henk den Uijl mee aan het rapport, dat pas na afloop van de persconferentie aan de aanwezige journalisten werd toegestuurd.
Het rapport werd dinsdag aan de fractievoorzitters gepresenteerd tijdens een gesprek met de verkenners en commissaris Berends. Te kort dag om nu al met een inhoudelijke reactie te komen, vonden de zes. Ze kondigden aan daarmee tot volgende week woensdag te wachten: “We willen er de tijd voor nemen om dit zorgvuldig te doen”, aldus Hamstra.
Hoewel de fractievoorzitters aanvankelijk niet wilden ingaan op de aanleiding om hun vertrouwen in Baars op te zeggen, is wel duidelijk dat de onvrede over het bestuurlijk disfunctioneren binnen het gemeentebestuur al aan het licht kwam na de gemeenteraadsverkiezingen in 2018.
Daarbij behaalde weliswaar het CDA - zoals al tientallen jaren achtereen - de meeste stemmen, maar besloten vier andere partijen tot de vorming van een coalitie en de benoeming van vier wethouders. De verkenners spreken, op basis van alle gesprekken die ze met tal van bestuurders hebben gevoerd, zelfs van ‘een politieke afrekening’, waarbij het tot dan altijd machtige CDA buiten spel werd gezet.
Baars, van CDA-huize, zou zich destijds meer dan eens negatief over deze gang van zaken hebben uitgelaten. Mogelijk ook omdat bij de portefeuilleverdeling portefeuilles van hem zijn ‘afgepakt’ en hij onvoldoende bij de onderhandelingen werd betrokken. Zijn dominante bestuursstijl, zo concludeerden de verkenners, botste bovendien met die van de wethouders. “Burgemeester en wethouders maken elkaar over en weer verwijten van onbehoorlijk bestuur”, schrijven ze in hun rapport. Ook geruchten en ‘publieke geheimen’ over de Ermelose burgemeester die bij de vergadering en stemming over zijn herbenoeming zelf aanwezig was, wat ongebruikelijk is, hebben niet positief uitgewerkt voor de politiek-bestuurlijke verhoudingen, concluderen ze.
De zaak ‘culmineert’ verder na een hei-sessie van de burgemeester en wethouders, waarbij de laatste vier Baars waarschuwen dat ‘dit de laatste kans is om te veranderen’. Baars schakelt hiervoor zelf hulp in van een adviseur. De fractievoorzitters, die net als in andere gemeenten jaarlijks het functioneren van de burgemeester evalueren, nemen al die signalen mee in hun klankbordgesprek en leggen – in de ogen van de verkenners – het probleem ‘eenzijdig’ neer bij de burgemeester.
Tel daarbij de roddelcultuur – het over elkaar praten in plaats van met elkaar – binnen bestuurlijk Ermelo en het feit dat het gemeentebestuur enkele langlopende dossiers heeft tegenover een aantal burgers en belangengroeperingen - wat ook naar voren komt in het televisieprogramma Opstandelingen - dan is wel duidelijk dat de integriteit van het handelen van het gemeentebestuur (en het ambtelijk apparaat) door deze burgers en belangengroepen wordt betwijfeld. De verkenners gaan echter niet zover te veronderstellen dat het opzeggen van het vertrouwen in de burgemeester door de fractievoorzitters direct verband houdt met het optreden van Baars in deze dossiers.
De verkenners komen tot de conclusie dat de burgemeester ‘eenzijdig’ verantwoordelijk wordt gehouden voor de problemen en daarmee te zijn aangewezen als ‘zondebok’. Zelfreflectie is op zijn plaats, stellen ze, doelend op zowel de wethouders als fractievoorzitters.
De verkenners komen verder tot de conclusie ‘dat er in politiek-bestuurlijke zin in Ermelo niets uitzonderlijks aan de hand is’. Wel zijn de verhoudingen verstoord, met name tussen burgemeester en wethouders, ‘maar dat is in meer gemeenten en wel vaker het geval’. De verkenners stellen ook dat de burgemeester nog steeds het vertrouwen geniet van de gemeenteraad, ‘althans van het tegendeel is in formele zin geen sprake’. Ze denken ook dat het ontbreken van vertrouwen van de fractievoorzitters in hun burgemeester vooral is gebaseerd op het oordeel van de wethouders die de zes hebben laten weten niet langer in het college samen te willen werken met de burgemeester.
Uiteindelijk adviseren de verkenners het Ermelose gemeentebestuur om ‘te verzoenen met het verleden en elkaar’. Ze raden de fractievoorzitters aan om met de raad, in en na overleg met de wethouders en burgemeester een gezamenlijke aanpak te ontwikkelen om tot een oplossing te komen van de ontstane crisis. Met hulp van een mediator die B en W moet begeleiden in het normaliseren van de verhoudingen. Ook adviseren ze om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de bekende dossier die al jaren leiden tot spanningen tussen gemeentebestuur en (groepen van) inwoners.
B en W zelf kwamen onmiddellijk na afloop van de persconferentie met een eigen verklaring, waarin de vier wethouders ontkennen dat er sprake is van een bestuurscrisis. Burgemeester Baars zegt zich wel te herkennen in het onderzoek en hoopt dat de raad de aanbevelingen overneemt. “Mijn drijfveer is en was om als bestuurder altijd de algemene belangen van de inwoners zo goed mogelijk te behartigen”.
ERMELO – Het college van burgemeester en wethouders heeft kennis genomen van het briefverslag van de verkenners van de NSOB over het onderzoek naar het bestuur van Ermelo. Hier wil het college graag kort op reageren. Omdat de conclusies en aanbevelingen – voor zover zij het college betreffen – anders zijn ontvangen door de wethouders dan door de burgemeester, zullen hieronder van beide de aparte zienswijzen zijn opgenomen. Echter wij hechten er nog steeds belang aan om gezamenlijk als college onze reactie te geven.
Lees hier hele verklaring van B en W van Ermelo
Reactie wethouders Klappe, Vogelsang, Van der Velden en De Haan
“In tegenstelling tot wat in het verslag van de verkenners staat, vinden wij dat er in Ermelo geen sprake is van een bestuurscrisis. Er is wel sprake van een min of meer problematische verhouding tussen de wethouders en de burgemeester, zoals blijkt uit het briefverslag . De wethouders zijn van mening dat de rol van verbinder en neutrale, boven de partijen staande burgervader, wordt gemist.
In het briefverslag van de verkenners komt dit element maar zeer beperkt aan bod. Er wordt vooral ingezoomd op de rol van de wethouders die niet collegiaal zouden opereren en zich vooral terug zouden trekken op de eigen portefeuilles. De wethouders herkennen zich niet in dat beeld en distantiëren zich hiervan. Sterker nog, de onderlinge relatie is collegiaal en stoelt op onderling vertrouwen. Wij merken dat, natuurlijk met vallen en opstaan, er nieuw elan en een nieuwe bestuurscultuur is ontstaan.
Verder willen de wethouders aangeven dat zij, in tegenstelling tot de verkenners, de burgemeester niet willen karakteriseren als ‘zondebok’. Het moet hier voldoende zijn om te constateren dat er bij de wethouders twijfel heerst ten aanzien van het functioneren van de burgemeester. Dat is een constatering en maakt iemand niet tot zondebok.
De wethouders werken hard voor Ermelo en doen hun uiterste best om, ook in deze moeilijke Covid-19 tijd, onze gemeente in breedste zin te verbeteren en te versterken. Dit alles voor u, de bedrijven, de inwoners en de instellingen van Ermelo. En daar gaan we mee door.”
Reactie burgemeester Baars
“Als burgemeester herken ik de conclusies van het onderzoek. Het is goed dat dit onderzoek heeft plaatsgevonden en ik hoop dat de gemeenteraad de aanbevelingen zal overnemen. Het is duidelijk te lezen dat niet alleen de burgemeester debet is aan de ontstane situatie, maar het een samenspel is van alle bestuurders. Ik wil mij dan ook ten volle blijven inzetten voor betere verstandhoudingen, zoals het rapport aanbeveelt.
Mijn drijfveer is en was om als bestuurder altijd de algemene belangen van de inwoners van Ermelo zo goed mogelijk te behartigen. Als burgemeester zie ik toe op de bewaking van een zorgvuldige besluitvorming in onze gemeente. Daarin ben ik communicatief direct, wat soms ervaren kan worden als ‘directief’. Echter voor mij staat altijd voorop, dat Ermelo op een zorgvuldige en integere manier bestuurd wordt; daar blijf ik me dan ook me te allen tijde voor de volle 100% voor inzetten.”
Onafhankelijk adviseur
In het verslag wordt ook gesproken over de inbreng van de gemeentesecretaris. De gemeentesecretaris is geen lid van het college, maar neemt als onafhankelijk adviseur een eigenstandige positie in ten opzichte van de individuele leden van het college afzonderlijk. De gemeentesecretaris heeft desgevraagd zijn observaties gedeeld met de fractievoorzitters en de verkenners, maar neemt in dit politiek-bestuurlijke conflict geen positie in.
Tenslotte
Het college wacht nu verder de raadsbehandeling van het verslag van de verkenners af.